ALGEMENE VOORWAARDEN BORDA REAL ESTATE B.V.
Dit zijn de algemene voorwaarden van Borda Real Estate B.V. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes en overeenkomsten van Borda Real Estate B.V.(inclusief vervolgopdrachten en -werkzaamheden), inclusief eventuele aanvullingen en wijzigingen daarop. Zij gelden ook als de opdrachtgever van Borda Real Estate B.V. een offerte nog niet heeft geaccepteerd, maar wel al diensten van Borda Real Estate B.V. afneemt. Deze algemene voorwaarden zijn bedongen ten behoeve van Borda Real Estate B.V., haar groepsmaatschappijen, hun bestuurders en medewerkers, alsmede ingeschakelde derden. De algemene voorwaarden van opdrachtgevers, leveranciers, (onder)aannemers en andere derden zijn uitdrukkelijk niet van toepassing.
Inhoud
I Algemene bepalingen
II Diensten inzake tot stand komen van overeenkomsten
III Taxatie
IV Vastgoedmanagement
V Geschillenregeling
VI. Tarieven voor dienstverlening met betrekking tot Bedrijfshuisvesting
I. Algemene bepalingen
1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op dienstverlening met betrekking tot onroerend goed in Nederland, tenzij de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (consument). Voor zover niet anders blijkt wordt onder onroerend(e) goed(eren) verstaan onroerende zaken en beperkte rechten daarop.
2. Het overeengekomen honorarium en de bijkomende kosten zijn, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen, exclusief wettelijk verschuldigde omzetbelasting.
3. De opdrachtnemer voert door hem aanvaarde opdrachten naar beste weten en kunnen en met inachtneming van de belangen van zijn opdrachtgever uit. Tenzij anders overeengekomen mag de opdrachtnemer de werkzaamheden nodig voor het uitvoeren van de opdracht door anderen, onder zijn verantwoording, laten uitvoeren.
4. In geval een opdracht wordt verstrekt door meer dan één persoon, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk voor de bedragen die uit hoofde van die opdracht aan de opdrachtgever verschuldigd zijn.
5. In geval van overlijden van de opdrachtgever eindigt de opdracht op het tijdstip waarop de opdrachtgever van het overlijden kennis krijgt. Het bepaalde in artikel II.18 is van overeenkomstige toepassing.
6. Vorderingen wegens verschuldigd honorarium zijn opeisbaar indien en zodra de opdracht is uitgevoerd of om een andere reden eindigt, tenzij uit deze voorwaarden anders blijkt of opdrachtgever en opdrachtnemer anders overeenkomen. Dit geldt eveneens ten aanzien van gedane verschotten en gemaakte onkosten. Opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen betaling vooruit door de opdrachtgever overeenkomen. Zij kunnen ook tussentijdse afrekening van gedane verschotten en gemaakte onkosten overeenkomen.
7. De opdrachtgever aan wie, door middel van een nota of op andere wijze, schriftelijk betaling van honoraria, verschotten of onkosten is verzocht en van wie binnen 30 dagen na een tweede schriftelijk verzoek nog geen betaling is ontvangen, is aansprakelijk voor de kosten die de opdrachtnemer vanaf het moment van verstrijken van deze 30 dagen zowel in als buiten rechte ter inning van zijn vordering maakt. Tevens is hij vanaf dat moment rente over die vordering verschuldigd; het rentepercentage is gelijk aan de wettelijke rente (art. 6:120 BW).
II. Diensten inzake tot stand komen van overeenkomsten
Opdracht
1. Onder opdracht wordt voor zover niet anders blijkt in dit hoofdstuk verstaan een opdracht tot het verlenen van diensten met betrekking tot het tot stand komen van een overeenkomst inzake onroerend goed.
2. De opdrachtnemer zorgt dat de opdrachtgever beschikt over informatie omtrent het dienstenpakket van de opdrachtnemer, de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de opdracht en de gebruikelijke gang van zaken bij transacties met betrekking tot onroerend goed.
3. Indien de opdrachtnemer iemand beschouwt als opdrachtgever maar deze het bestaan van de opdracht betwist en het bestaan van de opdracht niet blijkt uit een door de opdrachtgever ondertekend en aan de opdrachtnemer gericht stuk, ontbeert de opdrachtnemer het recht op betaling wegens honorarium, verschotten of onkosten, tenzij hij het bestaan van de opdracht op andere wijze kan bewijzen.
4. Tenzij anders overeengekomen staan de opdrachtgever uit hoofde van zijn opdracht onder meer de volgende diensten ter beschikking:
– bespreking van en advies omtrent de mogelijkheden om tot de beoogde overeenkomst te komen;
– beoordeling van de waarde van het betreffende onroerend goed;
– besteding van aandacht aan juridische, fiscale, bouwkundige en andere van belang zijnde aspecten;
– advies over en het voeren van onderhandelingen;
– begeleiding bij de afwikkeling.
5. De opdrachtnemer onthoudt zich van het aanvaarden van een opdracht met betrekking tot een onroerend goed ter zake waarvan hij reeds opdracht heeft van een andere opdrachtgever. Vloeit uit een lopende opdracht voort dat de opdrachtnemer aan die opdrachtgever een dienst verleent met betrekking tot onroerend goed ten aanzien waarvan hij tegelijkertijd uit hoofde van een andere lopende opdracht een dienst zou moeten verlenen aan een andere opdrachtgever, terwijl het verlenen van de dienst aan de ene opdrachtgever in strijd is met het belang van de andere opdrachtgever, dan overlegt de opdrachtnemer met, te zijner keuze, elk van deze opdrachtgevers of een van hen. De opdrachtnemer opent dit overleg in ieder geval zodra het stadium van onderhandelingen tussen de betreffende opdrachtgevers wordt bereikt. Het overleg dient te leiden tot het opschorten of eventueel beëindigen van een van de opdrachten. Bij het overleg stelt de opdrachtnemer tevens de mogelijkheid aan de orde dat de opdrachtgever wiens opdracht wordt opgeschort of beëindigd een collega-vastgoeddeskundige inschakelt. Komt, al dan niet in strijd met het voorgaande, tussen de opdrachtgevers van dezelfde opdrachtnemer een overeenkomst tot stand, dan kan de opdrachtnemer in gevallen waarin de wet zich niet tegen het in rekening brengen van courtage verzet, daaraan slechts ten opzichte van een van hen een recht op courtage ontlenen.
6. De opdracht als zodanig houdt geen volmacht aan de opdrachtnemer in tot het sluiten van overeenkomsten namens de opdrachtgever, aan de opdracht kunnen echter volmachten worden verbonden en deze kunnen ook later worden verstrekt.
7. De opdrachtgever onthoudt zich van activiteiten die de opdrachtnemer bij het vervullen van zijn opdracht kunnen belemmeren of diens activiteiten kunnen doorkruisen. De opdrachtgever maakt geen gebruik van soortgelijke diensten van anderen dan de opdrachtnemer behoudens in zoverre uitdrukkelijk andere afspraken zijn gemaakt. Hij brengt buiten de opdrachtnemer om geen overeenkomst tot stand en voert daartoe ook geen onderhandelingen.
8. Een opdracht loopt voor onbepaalde tijd. Hij eindigt onder meer door:
– vervulling door de opdrachtnemer;
– intrekking door de opdrachtgever;
– teruggaaf door de opdrachtnemer.
De opdrachtnemer heeft zijn opdracht vervuld, zodra de beoogde overeenkomst als gevolg van door hem verleende diensten tot stand is gekomen. Het vervuld zijn van de opdracht laat onverlet zijn uit de opdracht voortvloeiende verplichting om de opdrachtgever bij de afwikkeling te begeleiden. Bij overeenkomsten, waarvan de definitieve totstandkoming of de verplichting tot uitvoering, krachtens een tot de overeenkomst behorend beding, afhankelijk is van een opschortende of ontbindende voorwaarde, is ook het vervuld zijn van de opdracht daarvan afhankelijk. Teruggaaf van de opdracht door de opdrachtnemer is slechts mogelijk op grond van gewichtige reden. Als gewichtige reden wordt in elk geval beschouwd:
– de onder artikel II.5, tweede en volgende volzinnen beschreven situatie;
– verstoring van de relatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever.
Het intrekken of teruggeven van een opdracht dient schriftelijk te geschieden. Als datum voor een beëindiging van de opdracht geldt de datum, waarop de opdrachtnemer respectievelijk de opdrachtgever de schriftelijke mededeling inzake het intrekken of teruggeven ontvangt of de in die mededeling genoemde latere datum. Bij beëindiging of opschorting van de opdracht kunnen kosten in rekening worden gebracht overeenkomstig het bepaalde in artikel II.17, 18 en 19. Na het einde van de opdracht kunnen courtageverplichtingen ontstaan overeenkomstig het bepaalde in artikel II.10. Wanneer een tot stand gekomen overeenkomst door gebruikmaking van de wettelijke bedenktijd (ex artikel 7:2 BW) wordt ontbonden, houdt de totstandkoming van deze overeenkomst geen vervulling van de opdracht in.
Courtage
9. De opdrachtgever is aan de opdrachtnemer courtage verschuldigd indien tijdens de looptijd van de opdracht een overeenkomst tot stand komt, ook al wijkt deze af van de opdracht. Dit geldt ook indien deze overeenkomst niet het gevolg is van door de opdrachtnemer verleende diensten, tenzij het een opdracht betreft van een opdrachtgever-koper of -huurder en deze koopt of huurt buiten het gebied waarop de opdracht betrekking heeft.
10. De opdrachtgever is eveneens courtage verschuldigd indien de overeenkomst weliswaar tot stand komt na het einde van de opdracht maar het gevolg is van handelen in strijd met artikel II.7 of deze totstandkoming verband houdt met dienstverlening van de opdrachtnemer aan de opdrachtgever gedurende de looptijd van de opdracht. Dit verband wordt behoudens tegenbewijs verondersteld aanwezig te zijn indien de overeenkomst tot stand komt binnen drie maanden na het einde van de opdracht. Indien de opdracht eindigt als gevolg van intrekking door de opdrachtgever en de opdrachtgever bij de intrekking een termijn in acht neemt, is bovengenoemde periode van drie maanden zoveel korter als er tijd ligt tussen het moment waarop de opdrachtnemer de schriftelijke mededeling inzake de intrekking ontvangt en dat waarop de opdracht eindigt. Het voorgaande geldt niet indien ten tijde van het einde van de opdracht een soortgelijke opdracht aan een professionele vastgoeddeskundige is verstrekt en deze opdracht op het moment van totstandkoming van de overeenkomst nog loopt.
11. Wanneer een tot stand gekomen overeenkomst door wanprestatie van een der partijen of om andere reden niet tot uitvoering komt, laat dit het recht van de opdrachtnemer op courtage onverlet. Bij overeenkomsten, waarvan de definitieve totstandkoming of de verplichting tot uitvoering, krachtens een tot de overeenkomst behorend beding, afhankelijk is van een opschortende of ontbindende voorwaarde, is ook het recht op courtage daarvan afhankelijk, tenzij een van partijen of beide de betreffende voorwaarde niet overeenkomstig de strekking hanteren. Wanneer een tot stand gekomen overeenkomst door gebruikmaking van de wettelijke bedenktijd (ex artikel 7:2 BW) wordt ontbonden, vervalt het recht op courtage met betrekking tot deze overeenkomst.
12. Het bedrag van de courtage is afhankelijk van de soort en inhoud van de tot stand gekomen overeenkomst, ook al wijkt deze af van de opdracht en ongeacht of de overeenkomst tijdens de looptijd van de opdracht dan wel na het einde daarvan tot stand komt. Het bedrag wordt bepaald door hetgeen opdrachtnemer en opdrachtgever zijn overeengekomen. Wanneer een courtageverplichting overeenkomstig het bepaalde in artikel II.10 ontstaat na het einde van de opdracht, de opdrachtnemer nauwelijks werkzaamheden heeft verricht en de opdrachtgever daar niet of nauwelijks voordeel van heeft gehad, bedraagt de courtage een naar redelijkheid vast te stellen deel van het tarief.
13. Onder de totstandkoming van een overeenkomst wordt tevens verstaan het door opdrachtgever meewerken aan een handeling als gevolg waarvan het onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt verkocht, verhuurd of toebedeeld aan de opdrachtgever en/of een derde en in verband daarmee de uitvoering van de opdracht geen verdere voortgang vindt.
14. Over de kosten verbonden aan de totstandkoming en de uitvoering van een overeenkomst, zoals notariële kosten en overdrachtsbelasting, is geen courtage verschuldigd. De verschuldigdheid en het bedrag van de courtage worden niet beïnvloed door hetgeen de partijen bij de overeenkomst daaromtrent onderling overeenkomen.
15. Ingeval de opdrachtnemer door toedoen van zijn opdrachtgever niet kan vaststellen over welk bedrag hij courtage in rekening moet brengen, heeft hij het recht dit bedrag volgens eigen taxatie te bepalen en is de naar dit bedrag berekende courtage verschuldigd.
16. Met inachtneming van het bepaalde in artikel II.11 is de courtage verschuldigd en opeisbaar op het moment van het tot stand komen van de overeenkomst.
Kosten
17. Tenzij anders overeengekomen vergoedt de opdrachtgever de kosten die de opdrachtnemer ten behoeve van de opdrachtgever maakt. Ten aanzien van het maken van deze kosten en de omvang ervan dient de opdrachtnemer tevoren met zijn opdrachtgever overleg te plegen. Een en ander geldt eveneens als de opdracht wordt opgeschort of eindigt door intrekking, teruggaaf of anderszins.
18. Onverminderd het in artikel II.17 gestelde is de opdrachtgever die een opdracht tot dienstverlening intrekt of opschort bovendien aan de opdrachtnemer een vergoeding verschuldigd. Indien over de hoogte van deze vergoeding geen afspraken zijn gemaakt, dient deze naar redelijkheid te worden vastgesteld.
19. Opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen, indien daartoe aanleiding is, het bepaalde in artikel II.18 van overeenkomstige toepassing verklaren voor geval de opdracht op andere wijze dan door intrekking eindigt.
Koop en Verkoop
20. Indien de hoogte van de courtage afhankelijk is gesteld van de koopsom, wordt onder koopsom verstaan:
a) Het bedrag dat koper en verkoper als zodanig overeenkomen. Is over de koopsom omzetbelasting verschuldigd of is deze in de koopsom begrepen dan wordt onder koopsom mede verstaan het bedrag van de omzetbelasting tenzij de koper gerechtigd is om de omzetbelasting in aftrek te brengen;
b) Indien bij een overeenkomst van koop en verkoop de tegenprestatie bestaat uit een lijfrentevergoeding: De waarde welke aan het onroerend goed wordt toegekend ter berekening van de verschuldigde overdrachtsbelasting;
c) Bij in aanbouw zijnde of nog te bouwen onroerende zaken: Het overeengekomen bedrag van koop- en aanneemsom tezamen dan wel de verwachte, uit de overeenkomst blijkende bouwsom of stichtingskosten; een en ander met inbegrip van omzetbelasting, tenzij de koper gerechtigd is de omzetbelasting in aftrek te brengen;
d) Bij koop en verkoop van een recht van erfpacht, dan wel van een opstal op erfpachtgrond: Het bedrag dat de koper en verkoper als zodanig overeenkomen, vermeerderd met een bedrag gelijk aan het tienvoud van de periodieke vergoeding op jaarbasis;
e) Bij koop en verkoop van appartementsrechten: De koopsom van het appartementsrecht;
f) Bij koop en verkoop van lidmaatschapsrechten in een coöperatie tot exploitatie van onroerend goed of van aandelen in onverdeelde eigendommen: De koopsom van het betreffende lidmaatschapsrecht of aandeel, zonder aftrek van het aandeel in een eventuele hypothecaire lening;
g) Bij koop en verkoop van aandelen in een naamloze of besloten vennootschap: De, blijkens het betreffende aantal aandelen, verhandelde fractie in de verkoopwaarde van het onroerend goed van de vennootschap;
h) Bij ruilkoop: De gezamenlijke waarde van de daarbij betrokken onroerende goederen;
21. Met koop en verkoop worden gelijkgesteld overeenkomsten:
a) van ruilkoop;
b) van huurkoop;
c) van koop en verkoop op afbetaling;
d) van koop en verkoop die niet of niet zonder meer de verplichting tot eigendomsoverdracht bevatten (economische overdracht);
e) tot het vestigen van het recht van erfpacht of opstal.
22. Indien er, behalve het onroerend goed, ook roerende zaken (bijvoorbeeld in de vorm van meubilair, stoffering en inventaris) of vermogensrechten (bijvoorbeeld goodwill) worden gekocht en verkocht, of er tevens vermogensrechten zoals schadevergoedingen, inschrijvingen, bijdragen en dergelijke aanspraken op derden worden overgedragen dan wel zulke rechten door partijen jegens elkaar worden overeengekomen, wordt onder koopsom mede verstaan de koopsom van deze zaken en vermogensrechten.
Huur en Verhuur
23. Indien de hoogte van de courtage afhankelijk is gesteld van de huursom, wordt onder huursom verstaan:
a) de prestatie die de huurder en verhuurder overeenkomen als vergoeding voor het enkel genot van het onroerend goed voor het eerste huurjaar;
b) Indien krachtens de overeenkomst in enig volgend jaar aan huur een ander bedrag verschuldigd zal zijn dan in het eerste huurjaar, dit bedrag bij het tot stand komen van de overeenkomst reeds vastligt en het kennelijk een andere strekking heeft dan het in gelijke tred houden van de huur met de waardeontwikkeling van de euro: het totaal van die bedragen, gedeeld door het aantal jaren waarop zij betrekking hebben;
c) Indien de huursom niet in geld wordt uitgedrukt: Het bedrag dat de opdrachtnemer volgens eigen taxaties juist acht.
24. Gedeelten van huurjaren gelden voor de berekening van de courtage als geheel huurjaar. Overeenkomsten voor onbepaalde tijd en overeenkomsten voor korter dan vijf jaar die voorzien in verlenging door optie of anderszins, worden voor de berekening van de courtage beschouwd als overeenkomsten aangegaan voor een periode van vijf jaar of zoveel minder als overeenstemt met een in de overeenkomst voorziene einddatum. In overeenkomsten voor een periode van vijf jaar of langer, als mogelijkheid opgenomen optiejaren of jaren van stilzwijgende verlenging hebben geen invloed op hoogte van de courtage.
25. Met overeenkomsten van huur en verhuur worden gelijkgesteld:
a) pachtovereenkomsten;
b) huur-ruilovereenkomsten;
c) overeenkomsten tot ingebruikgeving;
d) overeenkomsten betreffende een zakelijk recht van gebruik of bewoning;
e) andere vergelijkbare overeenkomsten, zoals leasing.
26. Indien ter gelegenheid van de totstandkoming van de huurovereenkomst een optierecht tot koop, een voorkeursrecht tot koop, of een koopplicht wordt overeengekomen voor een som waarvan de grootte of de wijze van berekening daarvan in de overeenkomst is vastgelegd of die met behulp van de opdrachtnemer moet worden bepaald en de koop wordt geeffectueerd tijdens de overeengekomen of verlengde looptijd van de oorspronkelijke of vernieuwde huurovereenkomst, is tevens courtage wegens de koop en verkoop verschuldigd overeenkomstig de overeengekomen tarieven bij koop en verkoop. Indien over de hoogte van tarieven bij koop en verkoop geen afspraken zijn gemaakt, dient die courtage naar redelijkheid te worden vastgesteld.
27. Indien er roerende zaken (zoals meubilair, stoffering, inventaris) of vermogensrechten (bijvoorbeeld goodwill) mede worden gehuurd of verhuurd, wordt onder huursom mede begrepen de voor deze goederen overeengekomen huurprijs. Worden de goederen mede gekocht en verkocht of worden vermogensrechten zoals schadevergoedingen, inschrijvingen, bijdragen en dergelijke aanspraken op derden overgedragen dan wel zulke rechten door partijen jegens elkaar overeengekomen, dan is daarover courtage verschuldigd overeenkomstig de overeengekomen tarieven bij koop en verkoop. Indien over de hoogte van tarieven bij koop en verkoop geen afspraken zijn gemaakt, dient die courtage naar redelijkheid te worden vastgesteld.
III. Taxatie
1. Onder een opdracht tot taxatie wordt in dit hoofdstuk verstaan een opdracht tot het geven van een waardeoordeel en het uitbrengen van een eenvoudig rapport daaromtrent. Een opdracht tot taxatie houdt geen opdracht tot het verrichten van een bouwkundige keuring in.
2. Het rapport omvat de naam van de opdrachtgever, een korte, zakelijke omschrijving van het getaxeerde, de bijbehorende kadastrale gegevens, het gevraagde oordeel over de waarde en de soort daarvan, een aanduiding van bijzondere omstandigheden waarmee bij dit oordeel rekening is gehouden, het doel van de taxatie en de datum waarop deze is verricht.
3. Het rapport wordt aan de opdrachtgever uitgebracht. De opdrachtnemer aanvaardt alleen ten opzichte van hem verantwoordelijkheid voor de inhoud van het rapport. Het staat de opdrachtgever vrij het rapport of gegevens daaruit, tenzij dit kennelijk voor hem alleen bestemde informatie bevat, ter inzage of beschikking te stellen van derden, mits hij het verschuldigde honorarium aan de opdrachtnemer heeft voldaan en hij deze derde duidelijk maakt dat de opdrachtnemer ten aanzien van de inhoud van het rapport geen verantwoordelijkheid jegens derden aanvaardt. De opdrachtnemer stelt het rapport niet ter beschikking van derden dan in overleg met zijn
opdrachtgever.
4. Bij een opdracht aan meerdere taxateurs gezamenlijk brengen deze taxateurs gezamenlijk een rapport uit. In dit rapport komen hun gezamenlijke bevindingen tot uitdrukking. Slagen de taxateurs er niet in tot gezamenlijke conclusies te komen, dan treden zij in overleg met de opdrachtgever omtrent het uitbrengen van een rapport waarin hun uiteenlopende conclusies voorkomen.
5. Indien het tarief afhankelijk is gesteld van de taxatiewaarde wordt onder taxatiewaarde verstaan:
a) Bij taxatie van de waarde van een aandeel in een onroerend goed: De getaxeerde waarde van het gehele onroerende goed;
b) Bij taxatie van de waarde van een appartementsrecht of van een lidmaatschapsrecht van een coöperatie: De getaxeerde waarde van dat appartementsrecht of dat lidmaatschapsrecht.
c) Bij taxatie van de waarde van opstallen op erfpachtgrond of het recht van erfpacht (al dan niet met de rechten van de erfpachter op de opstallen): Het getaxeerde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat gelijkstaat aan het tienvoud van de geldende canon op jaarbasis;
d) Indien de opdracht betrekking heeft op meer dan één soort waarde, of indien het voor het geven van het gevraagde waardeoordeel noodzakelijk is tevens andere soorten waarden te beoordelen en deze oordelen in het rapport vermeld worden: De waarde waarvan de overeengekomen bijbehorende tariefberekening de hoogste uitkomst geeft;
e) Bij een taxatie ten behoeve van een geldlening onder hypothecair verband: De onderhandse verkoopwaarde (ook wel marktwaarde genoemd), tenzij deze lager is dan de executiewaarde.
6. Het tarief wordt in rekening gebracht per perceel. Vormen de percelen echter een complex, of kunnen zij vanwege hun ligging ten opzichte van elkaar daarmee worden gelijkgesteld, dan worden zij voor de berekening van het tarief beschouwd als vormen zij één perceel.
7. Bij taxatie ingevolge een aan meerdere taxateurs verstrekte opdracht wordt het tarief door iedere opdrachtnemer in rekening gebracht.
8. Bij intrekking van een opdracht voordat deze is uitgevoerd is de opdrachtgever voor de reeds verrichte werkzaamheden aan de opdrachtnemer een honorarium verschuldigd. Indien over de hoogte van dit honorarium geen afspraken zijn gemaakt, dient deze naar redelijkheid te worden vastgesteld.
9. Verschotten worden in rekening gebracht. Hetzelfde kan naar redelijkheid worden gedaan ten aanzien van gemaakte reis- en verblijfkosten.
IV. Vastgoedmanagement
1. Onder een opdracht tot vastgoedmanagement wordt in dit hoofdstuk verstaan een opdracht tot het ten behoeve van de opdrachtgever verlenen van diensten met betrekking tot een of meer aan de opdrachtgever toebehorende of onder zijn zeggenschap staande onroerende zaken, die de instandhouding en de exploitatie ten goede komen en bijdragen tot een optimaal rendement van de belegde financiële middelen. De te verlenen diensten kunnen zowel van commerciële als van technische of administratieve aard zijn. De onderstaande diensten kunnen onder andere behoren tot het dienstenpakket van een vastgoedmanager:
– verzorging van de huurincasso;
– bemoeienis met bijkomende leveringen en diensten (administratieve verwerking, verrekening met huurders, controle op de kwaliteit van de leveringen en diensten);
– verzorging van de betaling van kosten en lasten;
– werkzaamheden in verband met periodieke huurprijswijzigingen;
– verzorging van het onderhoud (behandeling, beoordeling en het doen verhelpen van klachten, periodieke inspectie, meerjarenplanning, verzorging van controle en betaling van rekeningen);
– verzorging van het opnieuw verhuurd worden van leegkomende gedeelten en andere activiteiten met betrekking tot verhuurmutaties;
– verstrekking van adviezen.
2. De vastgoedmanager draagt er zorg voor dat een opdracht tot vastgoedmanagement schriftelijk wordt vastgelegd.
3. Het intrekken van een opdracht tot vastgoedmanagement dient schriftelijk te geschieden. Bij intrekking dient een opzegtermijn van ten minste drie kalendermaanden in acht te worden genomen.
V. Geschillenregeling
1. Het Nederlands recht is van toepassing.
2. Geschillen tussen de opdrachtnemer en zijn opdrachtgever over de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de opdrachtnemer te leveren of geleverde diensten, kunnen zowel door de opdrachtgever als door de opdrachtnemer worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Makelaardij, Bordewijklaan 46, 2591 XR Den Haag (www.degeschillencommissie.nl).
3. Ten aanzien van geschillen over aansprakelijkheid voor schade is de geschillencommissie slechts bevoegd indien deze een financieel belang van 10.000 euro niet te boven gaan.
4. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de opdrachtgever zijn klacht eerst volledig en duidelijk omschreven bij de opdrachtnemer heeft ingediend.
5. Nadat de klacht bij de opdrachtnemer is ingediend, moet het geschil uiterlijk drie maanden na het ontstaan daarvan bij de Geschillencommissie aanhangig worden gemaakt.
6. Wanneer de opdrachtgever een geschil voorlegt aan de Geschillencommissie, is de opdrachtnemer aan deze keuze gebonden. Indien de opdrachtnemer een geschil aan de Geschillencommissie wil voorleggen, moet hij de opdrachtgever schriftelijk of in een andere passende vorm vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De opdrachtnemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken.
7. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie wordt desgevraagd toegezonden. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
8. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
9. Anders dan het bepaalde in artikel V.2 tot en met V.8 worden geschillen voorgelegd aan de rechter te Den Haag.
VI. Tarieven voor dienstverlening met betrekking tot Bedrijfshuisvesting
1. Alle in dit hoofdstuk vermelde tarieven zijn exclusief wettelijk verschuldigde omzetbelasting.
2. Het uurtarief van de door Borda Real Estate B.V. geleverde diensten bedraagt € 175.
3. De vergoeding verschuldigd bij het opschorten of intrekken van een opdracht tot dienstverlening, zie artikel II.18, is gelijk aan 10% van de courtage passend bij de laatst gehanteerde vraagprijs, maar bedraagt ten minste € 1.250,-. Een opdracht tot verhuur waarbij de courtage mede afhankelijk is van de duur van de te sluiten huurovereenkomst wordt in dit verband gerekend als een opdracht tot verhuur voor vijf jaar. Volgt uit de opdracht een beoogde duur van minder dan vijf jaar en is die duur redelijkerwijs te bepalen, dan wordt van die duur uitgegaan.
Tarieven bij verkoop en (aan)koop
4. In geval van overeenkomsten van verkoop en (aan)koop wordt, zowel bij verkoop als bij (aan)koop, de courtage berekend over de desbetreffende koopsom op de wijze als in artikel VI.6 is bepaald met inachtneming van de hieronder vermelde regels. In artikel II.20 staat omschreven wat onder koopsom wordt verstaan.
5. Over de kosten en rechten die op de overdracht vallen (zoals overdrachtsbelasting, notariële kosten en kadastrale rechten) wordt geen courtage berekend. Is over de koopsom omzetbelasting verschuldigd of is deze in de koopsom begrepen dan wordt de courtage mede berekend over het bedrag van de omzetbelasting tenzij de koper gerechtigd is om de omzetbelasting in aftrek te brengen.
6. De artikel VI.4 bedoelde courtage is:
– Tot € 1.000.000: 2,00% over de koopsom, met een minimum van € 5.000
– Van € 1.000.000 tot € 5.000.000: 1,75% over de koopsom
– Van € 5.000.000 tot € 10.000.000: 1,50% over de koopsom
– Van € 10.000.000 tot € 15.000.000: 1,25% over de koopsom
– Van € 15.000.000 tot € 50.000.000: 1,00% over de koopsom
– Van € 50.000.000 en hoger: 0,75% over de koopsom
7. Indien er, behalve het onroerend goed, ook roerende zaken (bijvoorbeeld in de vorm van meubilair, stoffering en inventaris) of vermogensrechten (bijvoorbeeld goodwill) worden gekocht en verkocht, of er tevens vermogensrechten zoals schadevergoedingen, inschrijvingen, bijdragen en dergelijke aanspraken op derden worden overgedragen dan wel zulke rechten door partijen jegens elkaar worden overeengekomen, wordt de courtage mede in rekening gebracht over de koopsom van deze zaken en vermogensrechten. Over het deel van de koopsom dat geen betrekking heeft op onroerend goed bedraagt de courtage 10%. Indien er sprake is van een horeca-object, bedraagt de courtage over het deel van de koopsom dat geen betrekking heeft op onroerend goed:
– Tot € 25.000: € 2.250
– Van € 25.000 tot € 50.000: € 2.500 + 7% over het meerdere boven € 25.000
– Van € 50.000 tot € 125.000: € 4.250 + 6% over het meerdere boven € 50.000
– Van € 125.000 en hoger: € 8.750 + 5% over het meerdere boven € 125.000
8. Bij koop en verkoop van een recht van erfpacht, dan wel van een opstal op erfpachtgrond of huurgrond: het bedrag dat de koper en verkoper als zodanig overeenkomen, vermeerderd met een bedrag gelijk aan het tienvoud van de periodieke vergoeding op jaarbasis.
9. In afwijking van artikel VI.4 t/m VI.7 kan er bij aankoop worden gekozen voor een performance tarief. Op aanvraag zal hiervoor een op maat samengesteld courtagetarief worden uitgebracht.
Tarieven bij verhuur en (aan)huur
10. Ingeval van overeenkomsten van verhuur en (aan)huur wordt, zowel bij verhuur als bij (aan)huur, de courtage berekend over de huursom op de wijze als in artikel VIII.12 is bepaald en met inachtneming van de overige hieronder vermelde regels. In artikel II.23 staat omschreven wat onder huursom wordt verstaan.
11. Is over de huursom omzetbelasting verschuldigd of is deze in de huursom begrepen dan wordt de courtage mede berekend over het bedrag van de omzetbelasting, tenzij de huurder gerechtigd is de omzetbelasting in aftrek te brengen.
12. De in artikel VIII.10 bedoelde courtage wordt berekend naar gelang het aantal overeengekomen huurjaren. Voor huurovereenkomsten aangegaan voor een periode van vijf jaar is de courtage bij een huursom:
– Tot € 100.000: 16% met een minimum van € 1.750
– Van € 100.000 tot € 250.000: € 16.000 + 14% over het meerdere boven € 100.000
– Van € 250.000 tot € 500.000: € 37.000 + 12% over het meerdere boven € 250.000
– Van € 500.000 en hoger: € 67.000 + 10% over het meerdere boven € 500.000
Voor huurovereenkomsten aangegaan voor een periode langer dan vijf jaar wordt de courtage berekend als hierboven verhoogd met:
– 0,5% van de huursom voor elk huurjaar na het vijfde en tot het elfde huurjaar;
– 0,4% van de huursom voor elk huurjaar na het tiende en tot het zestiende huurjaar;
– 0,3% van de huursom voor elk huurjaar na het vijftiende en tot het eenentwintigste huurjaar;
– 0,2% van de huursom voor elk huurjaar na het twintigste huurjaar. Voor huurovereenkomsten aangegaan voor een periode korter dan vijf jaar, wordt de courtage berekend als hierboven verminderd met 0,6% van de huursom voor elk vol jaar dat de overeenkomst korter duurt dan vijf jaar.
13. Gedeelten van huurjaren gelden voor de berekening van de courtage als geheel huurjaar behalve in het kader van de in artikel VIII.12 bedoelde kortingsregeling. Ingeval de overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van minder dan een jaar zonder dat uit de overeenkomst blijkt dat deze na het verstrijken van deze periode voor bepaalde of onbepaalde tijd kan worden voortgezet, wordt de courtage berekend naar de maatstaven van artikel VIII.2 met als maximum het bedrag dat zou worden berekend als de overeenkomst voor een jaar zou zijn aangegaan.
14. In geval van wederinhuring bedraagt de courtage 75% van het ingevolge artikel VIII.12 verschuldigde bedrag. Onder wederinhuring wordt verstaan het sluiten van een nieuwe huurovereenkomst tussen dezelfde partijen met betrekking tot hetzelfde object, voor een op de lopende huurtijd aansluitende periode.
15. Wordt de huursom, bedoeld in artikel II.23, niet in geld uitgedrukt, dan geldt voor de berekening van de courtage als huursom het bedrag dat de makelaar volgens eigen taxaties juist acht.
16. Voor het opmaken van een contract inzake een huurovereenkomst bij totstandkoming waarvan de makelaar zijn diensten niet heeft verleend, wordt een bedrag in rekening gebracht overeenkomstig de maatstaven van artikel VIII.2.
17. In alle gevallen buiten die van het slot van artikel VIII.16 geldt een minimum-courtage van € 1.750.
18. In afwijking van artikel VIII.10 t/m VIII.12 kan er bij aanhuur worden gekozen voor een performance tarief. Op aanvraag zal hiervoor een op maat samengesteld courtagetarief worden uitgebracht.
Aansprakelijkheid
19. Indien en voor zover opdrachtnemer aansprakelijk is, is haar aansprakelijkheid beperkt tot de factuurwaarde van de betreffende opdracht of, in geval van een deelopdracht, of een opdracht met meerdere onderdelen of een opdracht waarbij op maandbasis een vast bedrag wordt gefactureerd, de factuurwaarde voor de betreffende deelopdracht, het betreffende onderdeel van de opdracht, respectievelijk het overeengekomen maandbedrag.
20. In aanvulling op artikel VI.19, is de aansprakelijkheid te allen tijde beperkt tot het maximum bedrag dat in een desbetreffend geval overeenkomstig de door opdrachtnemer afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen (indien opdrachtnemer een dergelijke verzekering heeft) zal worden uitbetaald. Iedere aanspraak op ons wegens schadevergoeding vervalt na verloop van één jaar na beëindiging van de opdracht.
21. Opdrachtnemer is nooit aansprakelijk voor indirecte schade, waaronder (maar niet beperkt tot) gederfde omzet of winst.
22. In geval van een collegiale opdracht is opdrachtnemer niet aansprakelijk voor schade welke door een collega-makelaar(kantoor) veroorzaakt is bij de uitvoering van de opdracht. In geval van een collegiale opdracht prevaleren deze Algemene Voorwaarden boven die van de collega-makelaar.
23. Indien gedurende de looptijd van de opdracht door opdrachtnemer een onherroepelijke transactie wordt gerealiseerd, waarbij niet de wederpartij, maar opdrachtgever om hem of haar moverende redenen besluit om de transactie geen doorgang te laten vinden, is een vergelijkbare courtage verschuldigd als ware de transactie tot stand gekomen.
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
24. Opdrachtgever bevestigt door ondertekening van de opdrachtbevestiging dat zij op geen enkele wijze betrokken is of is geweest bij het witwassen en/of financieren van terrorisme zoals omschreven in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT).
25. Opdrachtgever zal zich gedurende de duur van de opdracht onthouden van activiteiten die in strijd zijn met de WWFT.
26. Opdrachtgever is gehouden om tijdig alle relevante gegevens ter beschikking te stellen die opdrachtnemer redelijkerwijs nodig heeft om te kunnen voldoen aan haar verplichtingen voortvloeiende uit de WWFT (o.a. kopie Kamer van Koophandel, kopie legitimatie en getekende Opdracht tot Dienstverlening).
Overig
27. De betalingstermijn bedraagt 14 dagen. Na overschrijding van deze termijn is opdrachtnemer gerechtigd wettelijke rente en invorderingskosten in rekening te brengen.
28. Indien gedurende de looptijd van de opdracht van verhuur naar verkoop of van verkoop naar verhuur wijzigt gelden de zelfde voorwaarden en tarieven.